Beschouw jij jezelf als de belangrijkste persoon in je leven of hou je eerst rekening met de behoeften van anderen?
Vind jij het moeilijk om helemaal jezelf te zijn?
Is ‘wat wil ik’ een moeilijke vraag voor jou?
Vind je het egoïstisch of terecht om voor je eigen behoeften op te komen?
Het conflict tussen autonomie en verbinding
Ieder mens groeit op met een fundamenteel conflict tussen twee essentiële menselijke behoeften: autonomie en verbinding. Als een kind zichzelf mag zijn, kan het zich ontplooien tot een volwassene die een goede balans vindt tussen beide behoeften. Echter, als een kind overwegend aan bepaalde (impliciete) verwachtingen moet voldoen, heeft het de neiging om autonomie op de tweede plaats te zetten.
Dit is ingebakken in onze natuur. Als kind kunnen we niet overleven zonder de zorg van andere mensen. In verbinding blijven – niet verstoten worden – is van levensbelang.
De impact van opvoeding op autonomie
Ouders leren hun kinderen hoe ze zich kunnen aanpassen aan de verwachtingen van de samenleving. Ze sporen hun kinderen aan om altijd beleefd te zijn (ook als anderen dat niet zijn), zich sterk te houden, met mes en vork te eten en uit te blinken op school en in de sport die ze beoefenen. Daar is niets mis mee, maar als een kind voortdurend het gevoel krijgt dat het aan bepaalde verwachtingen moet voldoen om liefde, aandacht en een plek te krijgen, dan gaat het zich automatisch aanpassen aan anderen en zichzelf wegcijferen.
Wanneer aanpassen een tweede natuur wordt
Sommige mensen hebben zich zodanig altijd aangepast aan wat er van hen verwacht werd, dat ze soms zelf niet meer weten wie ze zijn, wat ze willen. Ze hebben de neiging zich constant te moeten ontfermen over de behoeften van de ander. We kennen hen als ‘pleasers’ en ‘zorgers’, met een zeer groot verantwoordelijkheidsgevoel.
Op de vraag “wat zou jij willen”, kunnen ze vaak moeilijk een antwoord geven. Of ze weten wel wat ze willen, maar ze vinden niet dat ze daar recht op hebben. Ze vinden het egoïstisch om voor hun eigen behoeften op te komen.
Herken jij jezelf in deze patronen?
Tijdens loopbaancoaching komt dit dikwijls aan bod. Het uit zich in:
- moeilijk grenzen kunnen stellen
- te hoge werklast (thuis en op het werk)
- meer voor de ander zorgen dan voor jezelf
- je voor de kar laten spannen en daar onvoldoende erkenning voor krijgen
- (te) veel belang hechten aan wat anderen van je denken
- jezelf nooit genoeg vinden
- angst om je job te verliezen
- keuzestress
Als kind kunnen we onze autonomie slechts ontwikkelen als daar voldoende ruimte voor is binnen het gezin. Als volwassene kunnen we bewust worden van ons patroon en langzaam maar zeker – met de hulp van een coach – deze autonomie alsnog ontwikkelen.
Zet de eerste stap naar meer autonomie
Onze loopbaancoaches helpen je in het ontdekken van je talenten en het doorbreken van belemmerende overtuigingen. Zo krijg je meer controle over je loopbaan, je keuzes en je werkomstandigheden.